De Art Nouveau, oftewel ‘nieuwe kunst’ spreekt het hedendaagse publiek nog steeds aan. In de Nederlandse musea, maar ook op veilingen, kunstbeurzen en bij mensen thuis zijn vele objecten uit deze periode te vinden. In 2018 organiseren verschillende musea in Nederland tentoonstellingen op het gebied van de Art Nouveau. Een mooie gelegenheid voor Museum Prinsenhof Delft om het initiatief te nemen en de brede kijk op deze belangrijke kunststroming in Nederland te delen via een symposium op World Art Nouveau Day.
In 2017 staan maar liefst zes Chinatentoonstellingen gepland in de Nederlandse musea. Een uitgelezen kans om de krachten te bundelen en samen de actuele kunst- en cultuurhistorische kijk op China in een symposium te verkennen.
Onderzoekers en conservatoren van o.a. het Frans Hals museum, Gemeentemuseum Den Haag, Groninger Museum, Keramiekmuseum Princessehof, het Leiden Asia Centre, Museum Prinsenhof Delft, het Nationaal Archief, het Rijksmuseum en de Universiteiten van Amsterdam, Leiden en Utrecht nemen je mee op een dynamische zoektocht langs de beeldvorming en representatie van Chinese kunst en cultuur in Nederland. Van de eerste confrontaties toen tot de kennis van nu.
Dit symposium is een initiatief van het Gemeentemuseum Den Haag, Museum Prinsenhof Delft en het NWO-project The Chinese Impact en wordt ondersteund door het Confucius Instituut, het Huizinga Instituut, het Leiden Asia Centre, de Onderzoekschool Kunstgeschiedenis en de Vereniging van Vrienden van de Aziatische Kunst.
In aanloop naar de tentoonstelling Verboden porselein, exclusief voor de keizer, organiseerde Museum Prinsenhof Delft op zondag 29 mei een dubbellezing over keizerlijk porselein.Tijdens deze dubbellezing werd vooruit worden geblikt naar de achtergronden van dit keizerlijke materiaal.
Vanaf 1595 gaan Nederlanders naar Azië om daar te handelen in onder andere specerijen en zijde. Op dat moment is het Portugese rijk een militaire grootmacht op de wereldzeeën, waardoor het voor de Nederlandse handelaren moeilijk is handel te drijven in het oosten. Om de krachten te bundelen wordt in 1602 de VOC opgericht: de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Naast specerijen en zijde komt de VOC snel in aanraking met Chinees porselein. Dit witte en sterke keramiek met blauwe en exotische afbeeldingen heeft vanaf de eerste import een enorme aantrekkingskracht op de Nederlanders en wordt daarom meteen in het standaard assortiment van de VOC opgenomen. Wanneer het voor de compagnie steeds moeilijker wordt om porselein te importeren vanwege een oorlogsconflict in China, besluit zij deze handel te verplaatsen naar Japan. In eerste instantie bestellen de Hollanders kopieën van het Chinese porselein, maar al snel komen er nieuwe Japanse producten op de markt en worden diverse keramiekdecors uitgewisseld.
Museum Prinsenhof Delft nam op zondag 13 september deel aan Open Monumentendag en lichtte tijdens deze dag de kunst en de ambacht van het Delftse aardewerk uit. Door het ambachtelijke werk van de talloze Delftse plateelbakkerijen is dit aardewerk uitgegroeid tot een wereldwijd icoon en kunnen vele objecten van dit aardewerk als ware kunstwerken worden bewonderd in talloze musea. Maar hoe kun je dit echte Delfts blauwe vakwerk nu zelf herkennen? Tijdens deze workshop legde ik aan de hand van archeologisch materiaal uit wat de herkenningspunten zijn van het 17de en 18de-eeuwse keramiek.