Als er tijdens de levensmiddelencrisis van 1917 in de Eerste Wereldoorlog te weinig inmaakpotten blijken te zijn, wordt er in Nederland gegrepen naar oplossingen om de schaarse voedingsmiddelen toch te kunnen distribueren. Ook die handige "steenen parapluiestandaards" moesten eraan geloven volgens de krantenberichten. In deze blog dit keer geen herinneringskeramiek uit WOI, maar aandacht voor de paraplubak. Want ook deze opberger is gemaakt van verschillende materialen, waaronder keramiek. En behalve voor het stallen van paraplu's is dit interieuritem in de afgelopen jaren op verschillende manieren toegepast, oftewel gehackt, zoals dat tegenwoordig heet. Het wordt misschien niet als meest sexy item in het interieur gezien, maar de paraplubak heeft toch al meer dan 100 jaar een vaste plaats in onze huizen. 

Paraplubak, China, ca. 1900-1920, collectie Bolwerk
Paraplubakken van porselein

Paraplubakken of -standaards komen in verschillende vormen voor: van gietijzeren standaards tot complete ameublementen. Maar wat is beter als materiaal voor een paraplubak dan het zware en sterke porselein dat ook nog eens waterdicht is? Juist vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw werd oosters porselein opnieuw populair en kreeg daarom weer een plek in het huishouden. Daarnaast was het Europese porselein inmiddels ook ingebed in het Nederlandse interieur en produceerde bedrijven als Petrus Regout in Maastricht veel porselein. In verschillende verkoopcatalogi van onder andere warenhuizen worden paraplubakken aangeboden die meestal de vorm hebben van een rechte buis. Ook in de kranten van de negentiende en twintigste eeuw is diverse informatie te vinden over de paraplubak. Later in dit blog meer hierover. 

Delfts aardewerk, Chinese dame met parasol, privécollectie
Ook Chinees

Bij deze ‘ontdekkingsreis’ naar het ontstaan van de paraplubak, moeten we natuurlijk eerst nagaan wanneer de paraplu zijn levenslicht zag. De eerste uitklapbare paraplu of parasol zou zijn ontwikkeld in China door keizer Wang Mang (9-23 n.C.), oprichter van de Xin-dynastie. Vanuit China werden vanaf de zeventiende eeuw de inklapbare parasols geïntroduceerd in Europa, die snel in de mode kwamen vanwege hun exotische uitstraling. Daarbij zorgden deze voorwerpen er ook voor dat welgestelde dames hun blanke huid behielden: een bruine huid hoorde in deze tijd immers bij werklieden die buiten werkten. De namen parasol (tegen zon) en paraplu(ie) (tegen regen) zijn afkomstig uit het Frans, omdat hier het patent in 1759 is aangevraagd.

Paraplubak, verkoopcatalogus, privécollectie
In de vestibule

De opbergmogelijkheden in het interieur voor de paraplu ontwikkelde zich dus wel iets later dan het voorwerp zelf. Pas in de negentiende eeuw ontstaat de ‘paraplubak’, een soort lekbak voor paraplu’s die zich in de vestibule (chique naam voor ontvangsthal) bevond. Dit baseer ik op het feit dat ik geen achttiende-eeuwse exemplaren ken. Ook de kapstok, die vaak met een paraplubak gecombineerd is, ontwikkelde zich als meubelstuk in deze periode. In de kranten valt op dat een ‘kapstok’ in de eerste 30 à 40 jaar van de negentiende eeuw vooral voor militairen is bedoeld, waarna het zijn intrek in de ontvangsthal heeft genomen. De parablubak komt zelfs wat later voor in de krant dan de kapstok en doet haar intrede rond 1840.

Scherf paraplubak, porselein China, coll. Gemeente Arnhem
Archeologische paraplubak

Naast stukken uit de overlevering, zijn er ook paraplubakken gevonden in archeologische opgravingen. Zo ook in Arnhem waar een complex met vooral materiaal uit het einde van de negentiende eeuw wordt onderzocht. Op de foto is een grote scherf  te zien van een paraplubak, gemaakt van industrieel vervaardigd porselein uit China. Aan het einde van de negentiende eeuw stapten Chinese porseleinfabrieken over op het gebruik van de zogenaamde transfer decoratie. De blauwe decoratie werd dan via een druktechniek op het porselein aangebracht en niet meer met de hand beschilderd. Hierdoor ontstonden wat oneffenheden en het lukte nooit om de afbeelding rondom goed aan te sluiten. Deze paraplubakscherf kan gedateerd worden rond 1890.

Aangezien dit archeologische complex vooral divers industrieel vervaardigd gebruiksaardewerk bevatte en de paraplubakken in catalogi van warenhuizen te koop stonden, geeft dit de indruk dat het voorwerp rond de eeuwwisseling was ingebed in het huishoudelijk gebruik. Natuurlijk was het nog steeds een luxevoorwerp, want je moest er ruimte voor hebben en toch minstens één paraplu om de aanschaf ervan te kunnen motiveren. In de interieurgeschiedenis lijkt dit object een soort secundaire rol te spelen, aangezien de entree toch een ruimte was waar minder aandacht aan werd besteed dan bijvoorbeeld de ‘salon’.  

Diverse paraplubakken, privécollectie
Muizenval

Zoals in de introductie van deze blog duidelijk wordt, had de paraplubak naast het herbergen van het vertrouwde regenscherm meerdere functies. Naast conservenpot is het meest opvallende gebruik ervan als ‘muizenval’, wat beschreven staat in het Rotterdamsch Nieuwsblad van 7 juni 1894:

“[…] Toch willen wij de kunstmatige gevangenissen, waarin deze knaagdieren het tijdelijke met het eeuwige verwisselen met een paar eenvoudige, weinig kostbare vermeerderen. In vestibule, gang of portaal is de smakelooze parapluiebak thans veelal vervangen door een hooge porceleinen vaas of beschilderde aarden buis, die voor ons doel uitstekend geschikt is. Men plaatst deze vlak tegen den wand of liever nog tegen afhangende portières, legge een opgevouwen Nieuwsblad half over de opening en een stukje sterk riekende kaas of vleesch op den kant hiervan en .... het overige laat zich denken.”

Het bijzondere aan dit krantenartikel is niet alleen de uitgebreide uiteenzetting over het uitroeien van muizen door middel van een paraplubak, maar ook de keuze van de illustratie. Op de foto is een getekende paraplubak te zien met twee vogels. De randen zijn versierd met een band en het geheel lijkt hiermee op een Chinees gedecoreerd exemplaar, die te zien is in het rechterexemplaar ernaast. Ook in de eerste paragraaf is een dergelijke paraplubak van warenhuisporselein te zien. In de genoemde krantenpassage wordt er gesproken van de ‘smakelooze parapluiebak’ die is vervangen door een ‘hooge porceleinen vaas’ of ‘beschilderde aarden buis’. Kunnen we hieruit opmaken dat deze porseleinen versies daarmee beter in de smaak vallen?

Nieuwsblad van het Noorden, 1936
Wat een bak

Natuurlijk is er veel meer te vertellen over de paraplubak en de paraplu, want er is regelmatig over geschreven in de diverse historische bronnen. Zo worden ze gestolen, kunnen mensen paraplubakken winnen bij loterijen of worden ze onderdeel van komische strips. En het is natuurlijk de vraag of er nog meer exemplaren in toekomstige opgravingen zullen worden gevonden. Er is dus nog wel wat onderzoek te doen. Gelukkig worden de cilindervormige paraplubakken ook vandaag de dag nog steeds gemaakt in China, want wie weet waar we ze in de toekomst nog voor kunnen gebruiken. 

- "Waar is de paraplubak toch, Dora?
- O, die gebruik ik als pan, Ik had niets anders dat lang genoeg was om de macaroni te koken."

 

Met dank aan Adri van der Meulen en Kasper van den Berghe.